De oude overbrugging van de 73.15 meter.

Op 4 juni 1888 is de eerste lift, die van Houdeng-Goegnies (hoogte van 15.40 meter) ingehuldigd door Koning Leopold II. De 3 andere liften (lift 2 te Houdeng-Aimeries, lift 3 te Bracquegnies en lift 4 te Thieu alle 16.93 meter hoog) zijn klaar in 1917 en worden in 1919 officieel in werking gesteld.
Ook toen al werd de economische noodzaak van deze liften ter discussie gesteld, vandaar deze vertraging.

De werking van de liften berust op de wet van de communicerende vaten.
Er zijn twee bakken van 43 meter lang 5.80 breed en 2.40 meter diep, ieder op een roestvrijstalen pijp die in een cilinder kunnen verzinken, een bak staat in de laagste stand met de pijp geheel verzonken in de cilinder, de andere bak staat in de hoogste stand met de pijp grotendeels uit de cilinder, de cilinder onder deze pijp is gevuld met water onder een druk van 45 bar.
Door de twee cilinders met elkaar te verbinden is het mogelijk om het water van de ene naar de andere cilinder te laten lopen door een klep te openen.
Als men in de bovenste bak het waterpeil 30 cm verhoogd (is 75 ton) en men zet de klep open gaat door het overgewicht deze bak zakken, het water wordt naar de lege cilinder geperst en zo word de bak in de lage stand omhoog geduwd.
Als deze cilinder geheel waterdicht zouden zijn was er geen energie nodig om deze beweging te maken.
Helaas is het niet mogelijk om dit helemaal waterdicht te krijgen vandaar dat bij elke schepenlift een machinekamer is gebouwd om de waterdruk in de cilinders op peil (45 bar.) te houden.

Even voor de duidelijkheid, het maak niet uit of er nu een spits met 300 ton lading in ligt, of dat het een lege bak is, hier komt de wet Archimedes: “Deze wet zegt dat het volume van een ondergedompeld voorwerp gelijk is aan het volume van de verplaatste vloeistof.”
Dit wil zeggen, de plaats die deze spits (aan gewicht) inneemt in de bak, is gelijk aan het (gewicht in) water wat deze spits uit de bak heeft geduwd om er zelf in te kunnen varen.

Beneden lift 4 is er nog een reguliere sluis die ons de laatste 7 meter laat zakken/stijgen.